Natuurmens Gerrit Olink rust op baar uit ‘eigen’ Lankheet bij Haaksbergen
Hij rust op een baar, gevlochten van takken uit ‘zijn’ geliefde landgoed Lankheet bij Haaksbergen. Gerrit Olink is gewikkeld in een wade met ijsvogeltjes. Die heeft de natuurmens geteld aan de Buurserbeek
Bert Janssen
In de oorlog moet hij engeltjes op de peuterschouders hebben. Gerrit (1942) slaapt tot het luchtalarm giert. Hij huilt, moeder haalt hem uit zijn ledikantje. Geallieerde vliegtuigen droppen bommen, wellicht zien ze Enschede aan voor Münster. Eén projectiel slaat door het dak van hun woning aan de Beltstraat, waar nu de ingang van het MST is. De bom landt in Gerrits bedje, maar ontploft niet. Een blindganger.
Gerrit is de oudste van vier zonen. Ze slapen samen op één slaapkamer. Wim gelooft nog in Sinterklaas en zal een Marklintrein krijgen. Twee oudere broers proberen die vast uit. Maar als Wim de kamer binnen wil komen, duwen ze hem schreeuwend terug in de slaapkamer. Wim snapt het niet, maar merkt niks. De broers spelen door met de trein, vader zit met de rug tegen de slaapkamerdeur.
Gerrit heeft een technische knobbel. Hij doorloopt de Storkschool in Hengelo en maakt daar zijn eerste tent. ,,Het kamperen zat er al vroeg in”, vertelt broer Johan. Reizen en (natuur)kamperen worden rode draden. Gerrit volgt de UTS en de mts in Hengelo.
Hij werkt bij Bleckman Machinerieën in Enschede en bij Stork in Hengelo. Olink verhuist als techneut naar de researchafdeling van Akzo, ’t zoolt in de volksmond, aan het kanaal in de Metaalstad.
Conny Marks fietst elke dag tussen haar woonplaats Hengelo en het werk in Enschede, Gerrit Olink doet het omgekeerde. Halverwege komen ze in elkaars blikveld. Later kiest Conny per scooter een andere route en ziet ze Gerrit niet meer. Hij ontdekt haar in bar Rootie Tootie, onder de Hengelose stadhuistoren, en stapt op Conny af (1964). Hij maakt er serieus ‘werk’ van. Het komt aan, ze trouwen.
Ze krijgen drie dochters. Audrey (1968) en Nathalie (1971) worden in Hengelo geboren, Miriam (1972) in Haaksbergen. Gerrit en Conny wonen er 50 jaar op hetzelfde adres. Als de meisjes klein zijn, houden ze spreekbeurten over het zout en Akzo. Senior zorgt voor informatie én zoutvaatjes, die de dochters aan klasgenoten uitdelen.
Pepernoten
Hun jeugd is zorgeloos. Audrey schetst hun sinterklaasritueel. Een bons op de deur, een metalen afvalbak wordt omgekieperd, iemand strooit pepernoten. Als de dochters de cadeautjes ontdekken, duikt Gerrit op. ‘Wat gebeurt er? Wat een kabaal toen ik op de wc was. Mis ik nou net de pieten?’ Het betere amateurtoneel.
Gerrit vouwt vliegers, timmert stelten en maakt winkelkraampjes voor een kinderfeestje. Miriam: ,,Als je vrij was, was je altijd bezig met ons.” De vouwwagen brengt hen naar de Zwitserse Alpen om te wandelen. Gerrit neemt vier weken vakantie en draagt de liefde voor de bergen over.
Met Hemelvaart en Pinksteren kamperen ze, op een natuurkampeerterrein of een kleine camping. Hij is de vaste pannenkoekenbakker, eerst voor de dochters, daarna ook voor de acht kleinkinderen. Meel komt de laatste jaren uit de Oostendorper watermolen bij Haaksbergen.
Gerrit gaat op zijn 57ste met vut bij Akzo-Nobel in Arnhem. Hij laat zich meteen opleiden tot molenaar in zijn ‘meelleverancier’. De geschiedenis van de Oostendorper watermolen boeit hem, de techniek met louter hout fascineert hem en hij noemt zichzelf een watermens. Gerrit wordt cursusleider. Het aanbod om examinator voor het molenaarsdiploma te worden slaat-ie af. Hij wil kennis overdragen, geen kandidaten afwijzen. Na zijn overlijden zet een oud-cursist zijn Groninger windmolen in de rouwstand. Audrey: ,,Mooi om te horen.”
Niet denken maar houwen
Hij is en blijft sportief. Gerrit tennist jarenlang bij de Tennisclub Haaksbergen en TVC NDHM, tennisvriendenclub Niet Denken Maar Houwen. Met Audrey schaatst-ie op zijn 70ste een toertocht van 40 kilometer rond Giethoorn. Hij kaart en biljart en krijgt de bijnaam Gerrit Vrolink. Als hij voor vrienden gehaktballen moet maken, gebruikt hij 36 ingrediënten. Van vis tot ketjap, van bessen tot curry. ,,Gerrit dacht: hoe meer hoe lekkerder, maar helaas…”, zegt oud-Grolsch-topman en vriend Rob Snel.
Het Lankheet is zijn grote natuurliefde. Op zijn laatste verjaardag vertelt ie de (klein)kinderen over vistrappen in de meanderende Buurserbeek, het voedselbos, vloeivelden en hopplanten. Hij is schipper op de Buurser pot, een platbodem. Snel: ,,Met zijn vriendelijke voorkomen en de pet een beetje schalks op zijn hoofd met grijze krullen, wist hij snel het vertrouwen van passagiers te winnen.”
Varend vertelt Gerrit over het landgoed, over flora en fauna, over de plek van het vroegere zwembad in de beek.Mede-molenaar Jo Wassink noemt hem ‘een veelvraat’, om al zijn activiteiten. In april 2018 wordt Olink koninklijk onderscheiden. Hij wordt ‘een vrijwillige duizendpoot’ genoemd: geduldig, nauwkeurig, kundig, rustig en mensgericht. ,,Iemand die zijn kennis deelt met zowel jong als oud”, zegt burgemeester Gerrit Jan Kok.
Bierbrouwen als passie
Bierbrouwen wordt zijn laatste passie. Van de negen bieren is Schipperstrots Weizen Gerrits favoriet: licht bier met 5 procent alcohol, stevig schuim en de geur van citroen. Bezoekers van de uitvaart in Haarlo krijgen een flesje.
Gerrit wordt tussen het eerste doktersbezoek (23 november) en tweede kerstdag door kanker gesloopt. Hij wil rusten op een baar van takken uit Het Lankheet. Uitvaartleidster Natasja Kroese schakelt een vlechter in. Dochter Nathalie, bloemist, moet er even aan wennen. Ze maakt vervolgens een kleurrijk ‘kunstwerk’ van bonte veldbloemen. Als hommage aan een natuurmens.
—————————————-
Gerrit Olink is op 6 oktober 1942 in Enschede geboren en op 25 december 2021 in Haaksbergen overleden.